Bewegend leren, Het jonge kind, Rekendans, Taaldans

Drie keer hetzelfde thema en tóch drie keer anders!

Wanneer op drie verschillende scholen het thema hetzelfde is, gebruiken jullie dan elkaars les?
Nee, zeker niet.

 

 

Artistieke vrijheid

Ten eerste is dat heel onpraktisch, we maken de lessen vanuit onze eigen artistieke vrijheid en hoewel wel alledrie dansdocent zijn, gaat onze fantasie zijn geheel eigen weg. Ter vergelijking: vraag drie kunstschilders om hetzelfde voorwerp te verbeelden en je zult drie totaal verschillende kunstwerken krijgen. Dat werkt bij ons net zo. (En dat maakt af en toe bij elkaar kijken zo fijn en inspirerend!)

 

Elke school zijn eigen woordenlijst

Ten tweede heeft elke school zijn geheel eigen woordenlijst bij elke thema. Bij bouwen kan de ene school nadruk leggen op de werkzaamheden, de machines en de buitenzijde. De andere school kan het accent meer op de woning, het wonen, de inrichting en de vertrekken leggen. En de volgende school meer… (vul maar aan.)

Zo kreeg Simone op het Baken in Sint Pancras (Tabijn) als woorden onder andere: het dakterras, de maquette, de bouwtekening, de schilder, de stratenmaker, de timmerman, de metselaar, de verdieping, de begane grond, de kelder, de zolder, de architect, ontwerpen, bedenken, de kwast en de troffel.

Lisanne kreeg voor basisschool De Springschans in Petten (Surplus) de begrippen: de kruipruimte, verschillende soorten vloerbedekking, meubels, en allerlei activiteiten van de werklui zoals openen en sluiten van de kraan, stroomdraden aansluiten, afmeten, insmeren, stuken, betegelen en breken.

Miranda behandelt met de kleuters van Het Fluitschip in Hoorn (Talent) de woorden: het hout, de (bak)steen, cement, de cementmolen, het huis, de schroef, de schroevendraaier, de (nijp)tang, het schuurpapier, de boormachine, de rolmaat, het plamuurmes, de muur, het raam, de deur, het dak, het puntdak. Zogenaamd naar míjn huis toe dansen we de richtingen vooruit, achteruit, opzij en maken we ons groot, klein, breed en smal. Allemaal worden uit hun woordenlijst bij het thema bouwen.

 

Kiezen en verschuiven

Overigens zijn sommige woordenlijst zo omvangrijk dat wij een keuze maken. En daarnaast verschuiven de woorden in de les. Woorden die totaal nieuw zijn, worden eerst aangeboden als passieve woordenschat. En in de weken erna verhuizen (thema wonen 😉) deze naar de liedjes en rijmpjes en versjes die de kinderen zelf gaan meezingen. En dan komen er weer nieuwe woorden in de les als passieve woorden. Zo werkte ik week 1 aan de schroevendraaier, de schroef en het plamuurmes. En week 2 werden dat de boor, de rolmaat en het schuurpapier.

 
Drie keer hetzelfde en toch drie keer anders.

Zo zie je maar, we werken alledrie aan hetzelfde thema.
Maar tóch zien al onze lessen er heel anders uit!

Foto: Teamlid Taal- en Rekendansjuf Lisanne Swart tekende de verschillende bewegingen die werden gedaan in ‘de kruipruimte’.

Misschien vind je deze artikelen van mijn hand ook interessant?

Over mijn kekke kantoor en blitse bedrijfswagen
De veelzijdigheid van Taaldans en Rekendans
Hoe maak ik de lessen?

Miranda Molhoek | Studio De Mol: voor bewegend leren met HJK

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *